woensdag 27 januari 2010

Interview met Khadija Ann De Bruyne

"In Godsnaam" ” Interview met Khadija Ann De Bruyne (Al Minara)

Naar aanleiding van de eerste uitzending van “In Godsnaam” op Eén, zijn er uit verschillende hoeken reacties gekomen. De kijkcijfers liegen er niet om. Meer dan één miljoen Vlamingen zagen de reportage betreffende de vereniging Al Minara, die meer dan 700 leden telt in Vlaanderen. Indymedia kreeg de kans om tekst en uitleg te vragen aan Khadija Ann De Bruyne, bestuurslid van Al Minara en één van de bekeerde moslima’s die tijdens de reportage aan bod is gekomen.

Wanneer heeft u voor het eerst kennisgemaakt met het project van Annemie Struyf?
De eerste ontmoeting met Annemie Struyf was in oktober 2008. Zij zocht een bekeerlinge die ze doorheen haar bekering naar de Islam zou volgen. Liefst iemand die nog maar bescheiden pasjes in de Islam aan het zetten was en die ze kon volgen doorheen haar evolutie. Ik vertelde dat het heel moeilijk te vinden zou zijn omdat de bekeerlingen hun bekering heel lang geheim houden voor vrienden en familie. Annemie heeft uiteindelijk zelf gekozen wie ze zou volgen en interviewen.

U komt eveneens voor in de reportage, nochtans bent u al vele jaren moslima, en past u dus niet meer in het profiel van de startende moslima. Hoe bent u ertoe gekomen om zelf in de reportage te getuigen?
Ze vroegen of ik hieraan wou meewerken omdat ik die meisjes begeleid als ‘steunpuntzuster’ vanuit onze vereniging Al Minara. Ze wilden graag meer achtergrondinformatie over de activiteiten in mijn dagelijkse leven. Annemie en haar cameraploeg filmden mij tijdens de lerarenopleiding, enkele van de Al Minara activiteiten en vergaderingen. Alles leek mij heel normaal. Intussen vernam ik dat ze ook portretten maakte van andere bekeerlingen.

Hoeveel keer werd u geïnterviewd voor deze reportage?
Meerdere keren verspreid over meerdere maanden.

Hoe verliep deze samenwerking?
Gemoedelijk, met nadruk op vertrouwen. Annemie toonde oprechte interesse in onze levenswijze. Wat mij wel opviel is dat ze geen vragen stelde over de hoofddoek, het huwelijk, huwelijksleven, werken als vrouw, het leven als vrouw in de Islam, enz. Ik wou daarover mijn verhaal kwijt, maar de producers van dit programma hadden daar geen oren naar. Ik nam hen mee naar vergaderingen over lessen sollicitatietraining en lessen voor analfabete vrouwen. Daarover werd niets uitgezonden.

Wat vond u bijzonder aan de opnames?
Op verschillende momenten werd ik bevraagd over schijnhuwelijken e.d. Op een keer voelde het heel slecht aan. Ik heb achteraf naar de regisseur gebeld en heb het met haar besproken. Zij heeft mij gerustgesteld en zei me dat ik het verkeerd inschatte. Nadien heb ik niets meer van haar vernomen.

Werden er voorafgaande duidelijke afspraken gemaakt?
Ja, zo hebben duidelijk gezegd dat ze tijdens de bekeerlingendag niet mochten filmen omwille van de privacy van de bekeerlingen. Vele jonge moslima’s hebben nog niet verteld aan hun ouders dat ze bekeerd zijn. Toch drongen ze steeds binnen in de grote zaal.

Wat was u reactie nadat u de uitzending had gezien?
Ik was ontgoocheld en voelde me misbruikt. Wanneer je zoveel maanden optrekt met een journaliste, ontstaat er ook een vertrouwensband. Er wordt ons vaak verweten dat we niet voldoende getuigen voor de camera. Daar wou ik iets aan doen. Ik heb vroeger aan andere programma’s meegewerkt zoals Koppen en dat waren fijne ervaringen met een objectief resultaat, maar de uitzending “In Godsnaam” laat een wrange smaak achter.

Waarom liet het een wrange smaak achter?
Ik vind dat dit een gemiste kans was om veel clichés ten opzichte van moslima's te doorbreken. We hebben meer in ons mars, daar getuigen ons talrijke activiteiten van, ook in samenwerking met andere verenigingen. Daarbij gaan Vlaamse moslima's ook een liefdeshuwelijk aan, zoals andere Vlamingen. Het zijn ondernemende vrouwen, die het druk hebben met hun professioneel werk, huishouden en sociale activiteiten. En Woestijnvis kreeg de unieke kans dit alles in beeld te brengen, maar heeft ze niet volledig benut.

Bron: Indymedia

dinsdag 26 januari 2010

PERSBERICHT

Vol vertrouwen heeft Al Minara haar medewerking verleend aan het televisieprogramma "In Godsnaam" van Annemie Struyf. Over een periode van meerdere maanden had onze organisatie intensieve contacten met Mevr. Struyf en haar ploeg. Oftewel ze via onze vereniging contact hebben gehad met bekeerde moslima's, hebben ze vrijwillig de getuigen gekozen die ze wensten te interviewen.

Tijdens de opnames werd de veelzijdige kant van onze organisatie belicht. Zo werd ons bestuurslid, Khadija De Bruyne, van nabij gevolgd, zowel tijdens onze vergaderingen omtrent alfabetisering en sollicitatietrainingen, alsook buitenschoolse activiteiten van Al Minara.

Met de uitzending van gisterenavond op Eén merken we eens te meer hoe eenzijdige sommige media met verkregen informatie omspringen en betreuren dat deze uitzending geen volledig beeld heeft kunnen schetsen van de werkelijkheid in het leven van de bekeerde moslima's en de privacy van sommige mensen niet heeft gerespecteerd.

Op maatschappelijk vlak was dit een gemiste kans om clichés te doorbreken. Als organisatie zullen we ons blijven inzetten om bruggen te bouwen en verder samen te werken met alle mensen uit de samenleving die van goede wil zijn en eveneens een respectvolle en tolerante samenleving wensen.

AL MINARA